top of page

Blog

Aangekomen!

Ik hoop dat velen onder jullie dit spel nog gespeeld hebben. Telefoontje noemden wij dat bij de jeugdbeweging. Je zit in een kring, en houdt elkaars handen vast. In het midden van de kring staat ook een deelnemer die moet de telefoon vangen. Degene die belt zegt: ‘ik bel naar Sofie’ en geeft dan links of rechts een knijpje in de hand. Bedoeling is dat de ‘het bericht’ tot bij Sofie raakt zonder dat de persoon in het midden het kan vangen. Doet hij dat wel dan moet de persoon die zich liet vangen in het midden gaan staan. Nu ik er aan denk, voetballers spelen een gelijkaardig spel bij de opwarming. Uiteraard met en bal. Rondo heet het daar. En degene die zich laat vangen krijgt dan een tik tegen de oren. Bij telefoontje is het spel gewonnen als het teken tot bij Sofie raakt en zij zegt ‘aangekomen’. Tot dan is het spannend. Dan volgt er ontspanning. Toch voor zij in de kring.

Stel nu dat Sofie wel de knijp krijgt en geen teken geeft dat deze is aangekomen. Dan is het spel verbrod. Dan worden de anderen boos. Je voelt dat dit niet klopt. Aangekomen is nodig als een boodschap verstuurd wordt. Anders lijkt het alsof er niets gezegd is, alsof je niet meespeelt.

Ik durf hier bijna geen wegwijs van maken. Het is zo overduidelijk dat dit belangrijk is. Laten merken dat je iets gehoord of gezien hebt. Daarom is het ook zo ontredderend, en verwarrend, als je tegen iemand spreekt en die geeft geen teken dat het is aangekomen. Je gaat als spreker twijfelen of je wel iets gezegd hebt. En als het vaak gebeurt ga je voelen dat de ander je niet ziet staan, totaal geen belang aan je hecht. Alsof je niet bestaat.

Is het je ooit gebeurd dat je samen met je partner op een officiële gebeurtenis bent. Een receptie of zo. Je staat in een groepje te praten als een belangrijk iemand voor je partner erbij komt staan (zijn baas, een goede collega, de dokter,…) en die spreekt jou partner aan, geeft hem een hand, en kijkt alleen naar hem. Jij krijgt geen blik, geen hand, niets. Dan voel je je lucht, dan zou je boos worden als je zou durven, dan wil je je laten opmerken, of wegkruipen in de grond. Een van beiden.

Zo keren we weer terug naar de baby en de ouder die brabbelen. Die bevestigen bijna altijd ‘het is aangekomen’. Dat doen ze door het laatste een beetje na te zingen, of door te zeggen: 'flink zo zo babbelen', en daarbij ook de vorige zin na te zingen, en vooral door intens in elkaars ogen te kijken. Zo doen we dat tussen baby en ouder. En baby en ouder worden daar blij van. Zo laten ze een conversatie duren. Zo maken ze de conversatie prettig.

Er is geen enkele reden om dat niet te blijven doen.

Featured Posts
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Archive
Follow Me
  • Grey Facebook Icon
  • Grey Twitter Icon
bottom of page